Zweden

16 mei 2016

Met onze laatste Deense kronen betalen we de tol voor de brug naar Malmö. We gaan voor een lunch op het strand. Want hier zouden de eerste witte zandstranden van Zweden zijn. Strand is er zeker. Maar van wit zand is geen spraken. Her en der liggen mensen in een duinpan en een paar pensionados zitten halfnaakt op een houten bankje te socializen. We schuiven een goed belegde boterham naar binnen en gaan op zoek naar mooie(re) natuur. En klein uurtje later staan we op een prachtig plekje waar strand en bos in elkaar overgaan. En wij zijn niet de enigen hier. Op de parkeerplaats staan een paar campers en ieder uur stoppen er mensen die de hond, of het paard, of de vrouw komen uitlaten. Wandelaars, hardlopers en fietsers, alles verzamelt hier. Ook de lokale ijshockeyploeg komt trainen in de duinen. En dat vindt Vince reuze interessant. Mennekes van een jaar of 10 worden afgemat in het losse zand. Ook ons menneke kan z’n energie lekker kwijt. In het bos zijn allerlei paadjes met bruggetjes en bomen om in en overheen te klauteren. Ik zie ‘m niet maar hoor ‘m in de duinen zelf verzonnen liedjes zingen over mister Bean. Dat is zijn idool, al kan natuurlijk niemand ooit de plek van Sinterklaas overnemen.

Hoe verder we Zweden in rijden, hoe mooier de natuur wordt. Over bruggen en door tunnels gaan we richting het westen. We zien bossen, meren, strand en komen steeds dichterbij de fjorden. We vermaken ons een paar dagen in Göteborg. Met hemelvaart zijn we hier, en iedereen is vrij. Overal hangen groepjes mensen. Een bekend volkszanger schreef ooit: Ik krijg de zomer in m’n bol, alle terrassen zijn weer vol, het strand bezaaid met mensen, wat valt er nog te wensen. Jawel, ook voor ons begint nu echt de lol. We likken onze vingers af bij een goeie lunchdeal op een zonnig terras. En ’s avonds boeken we een tafeltje in een grill restaurant. Guusje heeft daar meteen sjans met de obers en de stukken vlees zijn heerlijk. Er zijn ontelbare speeltuintjes voor de kids en wij vermaken ons tussen de locals.

Onze volgende stop wordt bepaald door een uitpuilende tas die een aardig luchtje begint te krijgen. De was. De kleinste van het stel produceert de grootste vlekken. En aangezien Göteborg, en geheel Zweden zo laten we ons vertellen, niet beschikt over ‘coin-laundry’ zijn we genoodzaakt naar een camping te rijden. Dus we zoeken er eentje aan een fjord, waar je kan vissen en wifi aanwezig is. Ook fijn. Op de plaatjes zien we een paar campers staan die uitkijken op een verlaten fjord. Eenmaal daar komen we aan op een camping resort waar je bij de receptie een nummertje moet trekken voor je aan de beurt bent. En aangezien veel Zweden na Hemelvaart een extra dag aan het weekend plakken, moeten we even wachten voor we worden geholpen.

Martijn kan je opvegen, hij is er helemaal klaar mee. Die zou het liefst rechtsomkeert gaan en de verteerde etensresten van z’n dochter met z’n nagels uit broeken en rompers krabben. Dan maar geen wasmachine die alles grondig schoonmaakt. Maar goed, dat doen we niet. We betalen voor een plekje en vinden veldje nr. 162 ergens tussen de honderden caravans en Volvo’s. Er is genoeg vermaak met 3 speeltuintjes en twee stranden op loop afstand. Dus aan Vince hebben we geen kind. Mijn rol deze middag is die van wasvrouw, en Martijn verbaast zich met Guusje over het volk dat hier rondloopt. Op twee Belgen, een Duitser en een stuk of 6 Chinezen na is alles Zweeds. En hoe!? Iedereen zit verstopt in de caravan, en rond een uur of 5 komen er uit alle hoeken en gaten lelijk getatoeëerde kuiten en bovenarmen tevoorschijn. Als ze lachen naar je verschijnen 4 gele tanden. In Göteborg liep iedereen in strakke sportkleding, ook als ze niet aan het hardlopen of fietsen waren. En hier ben ik in mijn grijze joggingbroek haast over-dressed. Er komt een oudere vrouw in een knal roze negligeetje achter een caravan vandaan. Als ze kaplaarzen zou dragen zou je zweren dat het de zus van ma Flodder is. In de ene hand heeft ze een gigantische septic-tank, op wielen. En in de andere hand draagt ze een vuilnisemmer die overvol zit met lege blikken bier. Ze wacht op haar wederhelft, een magere man met opgerolde korte spijkerbroek en een veel te bruine buik. Ook hij heeft een septic tank op wielen bij, van de buren blijkt later. En dat snap ik nou niet van kamperen. Als je op een camping als deze zit, met super schoon en goed verzorgd sanitair. Kom dan met je luie reet uit die caravan en loop 100 meter naar een wc die is aangesloten op het riool. De charme van het volmaken, en ledigen (!!) van je septic tank zal ik nooit begrijpen. Wij zijn blij met onze porta potti, maar gebruiken die wel heel bewust. En de openbare toiletten zijn werkelijk perfect hier in Scandinavië. Ze zijn vrijwel altijd schoon, er is altijd toiletpapier, en je kan overal netjes je handen wassen met zeep. Meestal is er een familie toilet voor gezinnen. Ideaal. Maar goed, dat terzijde. Even later ruikt de hele camping naar gegrild vlees (gelukkig niet naar septic tanks en vuile was haha). We hebben onze buik vol met pannenkoeken, maar het water loopt ons alsnog in de mond.

Als je een half uurtje van de camping wegloopt kom je op de mooiste, stille plekjes aan het fjord. We gooien de hengel uit en hopen dat een forel of zalm zo gek is om te happen. Het echte visseizoen is nog niet begonnen, dus we hebben geduld nodig. Ons alternatief is zelf geprikte worst op stokjes, boven het kampvuur. En daar is niks mis mee. Guusje heeft zich inmiddels ontpopt tot een waar carnivoor. Als er maar vleesch op haar bordje verschijnt is mevrouw tevreden. Als ze een stuk vleesch bij iemand anders naar binnen ziet gaan, loopt ze groen aan van jaloezie, schieten haar ogen als de bliksem heen en weer en komt er stoom uit haar oren. Dus worst in plaats van vis is voor haar geen straf.

Vanuit de kust rijden we een stukje het binnenland in en komen puur bij toeval uit in een jachtgebied. Bij een typisch Zweeds huis is een parkeerplaats met picknicktafel en firepit. Weg van de drukke camping is de stilte hier overweldigend. Ineens zitten we tussen de hoge naaldbomen en worden we toegezongen door de vogeltjes. Dat Zweedse huis, waarvan wij eerst nog denken dat het bewoond is, blijkt een monument te zijn. Gebouwd door het Koningshuis in 1800, nu nog te huur voor een weekend. Ook toen al werd hier gejaagd, en nu nog hoor je ze ’s nachts knallen. De volgende dag blijkt het ‘geiten-hokje’ een toiletje te zijn. Dus onze porta potti blijft mooi dicht deze stop.

De zon schijnt weer heerlijk, en we besluiten terug richting de kust te gaan. Zo rijden we via de Bohuslän Coast naar Noorwegen. We slapen op de mooiste plekjes aan het water, in natuurparken, bij jachthaventjes en soms op een camping. In het begin moest ik erg wennen aan het idee om ergens ‘wild’ te staan. Kan en mag dat zomaar? En is het veilig? Vooral dat laatste. Maar nu, een maand na vertrek, ben ik er helemaal aan gewend en geeft het juist nog een extra dimensie aan onze vrijheid. Zeker als we op plekjes komen waar we de massa achter ons laten. Daarom hebben we destijds deze T4 aangeschaft, en geen grote camper. En we hebben geen spijt van onze keuze. De kindjes doen het goed. Ze slapen prima in het hefdak, en Vince verkoopt nog steeds pizza’s vanuit de bus. Ze rijdt heerlijk en we zijn nog niet voor verrassingen komen te staan. Hopelijk blijft dat zo deze zomer!

Het stukje Zweden dat we nu zien is prachtig. Als we vertrekken van het ene plekje, weten we nooit waar we daarna weer terecht komen. We hoppen langs de kust van Smögen naar Fjallbacka naar Strömstad. In het hoogseizoen zal je hier waarschijnlijk over de koppen kunnen lopen. Nu slapen deze dorpjes nog half, dat geeft extra charme aan onze beleving. Boothuisjes worden klaar gemaakt voor de zomer en bootjes krijgen op het droge nog een extra lik verf. Hoe zal het zijn als we straks vanuit Noorwegen weer terug Zweden ingaan, om het binnenland verder te ontdekken?

Foto’s

4 Reacties

  1. Tante Lot:
    16 mei 2016
    Wow.... wat is het weer genieten met twee van jullie reisverhalen!
    Ik schuif net aan voor een late brunch aan de keukentafel, waar ik zojuist de gordijnen open heb gegooid om te beseffen dat het eigenlijk niet veel uitmaakt of ze open of dicht zijn... buiten is en blijft het grijs....
    Maar met jullie verhaal tijdens mijn boterham met Zundertse Aardbeien krijg ik spontaan 'de zomer in mijn bol'! Heerlijk... alsof ik er als vlieg stiekem soms even bij ben... het vakantie gevoel ervaar ik al door jullie mooie verhalen te lezen. En het kriebelt.... wat hebben jullie toch een mooie keuze gemaakt om dit avontuur met z'n viertjes aan te gaan! Ondanks dat ik een vervolg op het verhaal van 'de poepende mannen club en de Taj Mahal' ook leuk had gevonden zijn de verhalen over de Zweedse campingliefhebbers niet minder boeiend hoor! Ik verheug me nu al op jullie volgend avontuur!
    Dikke knuffel!!
  2. O&O:
    16 mei 2016
    Lieve Han, Martijn en kids, wat was het weer genieten van jullie verhalen. En wat kunnen jullie er een komische draai aan geven. Dat zijn jullie nog niet verleerd.
    Zo te lezen en te zien op de foto's gaat het goed met jullie.
    Zelfs ik (oma) krijg al een beetje vakantiekriebels, en neem dus begin juni een voorproefje op Vlieland samen met opa.

    Een hele dikke knuffel van O&O
  3. Johan, Carla, Lasse & Viggo:
    16 mei 2016
    Hallo daar! Leuk om alles te lezen wat jullie meemaken. Het is genieten in Zweden, dat is zeker! Heel veel plezier weer! Groetjes van ons en de speciale groetjes van Lasse aan Vince.
  4. Juf maaike:
    17 mei 2016
    Wat een leuk verslag weer, en die camping, ik zag het helemaal voor mij :D
    Schone toiletten, hmm, Scandinavië zou echt iets voor mij zijn geloof ik :D